Monitoring van de Actualiteit in het NWB
Het Nationaal Wegenbestand (NWB) vormt de digitale ruggengraat van het Nederlandse wegennet. Elke gebruiker stelt eigen eisen aan het Nationaal Wegen bestand: sommigen hechten veel waarde aan een actuele dataset, anderen zoeken juist naar een uiterst nauwkeurig overzicht of zo compleet mogelijk routeringsnetwerk. In dit artikel gaan we dieper in op de Actualiteit van het Nationaal Wegenbestand
Situatie tot 2018
Rond 2018 kwam er een kritische vraag naar voren. Hoe staat het met de kwaliteit van het NWB? Tot dan toe was het onderhoud gebaseerd op meldingen via de NWB-mailbox, waar jaarlijks ongeveer 6000 e-mails met mutatieverzoeken binnenkwamen. Een nadere analyse liet zien dat niet iedere wegbeheerder zijn wijzigingen (tijdig) leverde, mede omdat het toezenden van deze data geen verplichting is. Uiteindelijk leverde maar 1/3 van alle wegbeheerders mutaties aan. Hierdoor bleek dat de kwaliteit van het NWB landelijk niet uniform kon worden gehandhaafd.
Normering van de datakwaliteit
Om deze uitdaging te tackelen is er vanaf 2019 een traject ingezet voor de normering van de datakwaliteit van het NWB. Hierbij is als uitgangspunt genomen dat het NWB aansluit bij de gegevens van de basisregistraties, zoals de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG), de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) en de Basisregistratie Topografie (BRT – met name TOP10NL). Deze aanpak heeft meerdere voordelen:
- Uniforme ondersteuning voor wegbeheerders:
Een gestandaardiseerde norm helpt alle beheerders bij het consistent onderhouden van een landsdekkend en betrouwbaar bestand. - Herleidbaarheid van kwaliteit:
Omdat de basiskwaliteit wordt bepaald door de bronhouders van de basisregistraties, is het NWB direct gekoppeld aan de kwaliteit van deze registratiegegevens. - Detectie en oplossen van fouten:
Door de vergelijking met de basisregistraties worden afwijkingen en fouten sneller opgespoord, wat leidt tot gerichte opschoonacties en een continue verbetering van de data.
Aandachtspunten
Ondanks deze verbeteringen blijven er aandachtspunten. Zo kunnen er nog steeds acutalisaties door de wegbeheerder worden aangeleverd. Dat kan leiden tot verschillen met de basisregistraties, die vaak een andere actualiteitseis hanteren. Denk bijvoorbeeld aan nieuwbouwijken in aanleg. Hulpdiensten willen, zodra de bouwwerkzaamheden starten naar deze locaties kunnen routeren, terwijl hier nog geen asfalt ligt.
Ook is er verrijking nodig met extra data, zoals rijrichtingen en hectometrering, die niet direct uit de basisregistraties te halen zijn. Hiervoor wordt gebruikgemaakt van diverse aanvullende bronnen, zoals luchtfoto’s, satellietbeelden, verkeersbesluiten, nieuwsartikelen en ruimtelijke plannen.
In 2019 werd met de invoering van een kwaliteitsmonitoring een belangrijke stap gezet: gericht sturen op actualiteit en accuratesse van het NWB, en het bieden van kwantitatief inzicht aan de gebruikers in de kwaliteit van het NWB. Tevens leidde dit tot de ontwikkeling van een periodiek werkpakket, dat als doel heeft de bijhouding van het NWB op landelijke schaal te standaardiseren.
Hoe verder?
In het volgende deel wordt dieper in gegaan op de praktische uitvoering van de bijhouding van het NWB: hoe worden de data continu gecontroleerd, welke rol spelen de basisregistraties en welke aanvullende bronnen worden ingezet om het NWB zo actueel en accuraat mogelijk te houden?
Monitoring van de Actualiteit
Een belangrijk kwaliteitsaspect van het NWB is de actualiteit. Oftewel: hoe snel worden wijzigingen in het wegennet vastgelegd en vertaald naar het NWB? Wegbeheerders zijn wettelijk verplicht om binnen vastgestelde termijnen weggegevens te registreren in de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) en de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT). Doordat mutaties in deze registraties – evenals maandelijkse dumps – als open data beschikbaar zijn, ontstaat de mogelijkheid om een vollediger en actueler werkpakket voor het NWB te realiseren.
Het monitoren van de actualiteit van het NWB gebeurt op basis van drie indicatoren, die hieronder worden uitgewerkt: de BAG-indicator, de BRT/Top10NL-indicator en de BGT-indicator.
De BAG-indicator
De BAG-indicator bepaalt in hoeverre straatnamen uit de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) correct zijn opgenomen in het Nationaal Wegenbestand (NWB). Omdat de BAG alle adressen registreert maar niet alle actuele wegennamen bevat, kan het ontbreken van een BAG-straatnaam in het NWB erop wijzen dat de BAG actueler is. Deze analyse wordt uitgevoerd per woonplaats en per gemeente en wordt verfijnd door spellingsvarianten en de koppeling van adressen aan NWB-wegvakken mee te nemen.
In grote lijnen blijken de meeste straatnamen uit de BAG ook in het NWB terug te vinden en vice versa. Zo komt 98,6% van de BAG-straatnamen overeen met het NWB, wat wijst op een sterke aansluiting tussen beide registraties. Toch zijn er verschillen, grotendeels veroorzaakt door de manier waarop wegen en adressen in de tijd worden geregistreerd. Het NWB bevat soms straatnamen die in de BAG ontbreken, bijvoorbeeld omdat ze niet direct gekoppeld zijn aan een adres of omdat straten nog gebouwd dienen te worden. Andersom zijn er BAG-namen die niet of anders in het NWB voorkomen.
Ook generieke benamingen zoals ‘Fietspad’ kunnen de vergelijking beïnvloeden, omdat ze in het NWB als straatnaam voorkomt , terwijl een fietspad in de BAG niet als officiële openbare ruimte is vastgelegd.
Voor BAG-straatnamen die een adres hebben, blijkt zelfs 99,6% correct in het NWB te zijn opgenomen. Door deze gegevens systematisch te vergelijken, ontstaat een beter beeld van de kwaliteit en actualiteit van beide registraties. Dit helpt verschillen te verklaren en waar nodig verbeteringen door te voeren, zodat zowel de BAG als het NWB een zo compleet en actueel mogelijk beeld van het Nederlandse wegennet bieden.

Leuk weetje:
Wist u dat er maandelijks zo'n 150 nieuwe straten in Nederland aan de BAG worden toegevoegd? Het gaat om ongeveer unieke 250.000 stratennamen in Nederland. Dit benadrukt hoe dynamisch het Nederlandse wegennetwerk is en hoe de BAG essentieel is voor een actueel beeld van onze infrastructuur.
De BRT/Top10NL-indicator
De BRT/Top10NL-indicator bepaalt het percentage hartlijnen uit de Basisregistratie Topografie (BRT/Top10NL) waarbij in de directe omgeving – binnen een marge van 5 meter en 0,5 meter – een overeenkomstig wegvak in het Nationaal Wegenbestand (NWB) aanwezig is. Deze analyse vergelijkt de ligging van wegen in beide registraties om te beoordelen in hoeverre ze overeenkomen. Wanneer er BRT-hartlijnen worden aangetroffen zonder een corresponderend NWB-wegvak, duidt dit erop dat de brondata van de BRT/Top10NL mogelijk actueler is.
Uit de resultaten blijkt dat 97,8% van de hartlijnen uit de Top10NL binnen een marge van 5 meter een overeenkomstig wegvak in het NWB heeft. Dit suggereert dat de twee registraties grotendeels overeenkomen. Wanneer de afstandsgrens wordt verscherpt tot 0,5 meter, neemt dit percentage af tot 88,2%, wat aangeeft dat er kleine positionele verschillen kunnen bestaan.
Deze analyse helpt om inzicht te krijgen in de ruimtelijke nauwkeurigheid van het NWB ten opzichte van de BRT/Top10NL. Dit is belangrijk voor toepassingen waarbij precisie in wegposities essentieel is, zoals navigatie en ruimtelijke ordening.

De BGT-indicator
De BGT-indicator beoordeelt in hoeverre openbare ruimte labels (ORL) uit de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) overeenkomen met de wegvakken in het Nationaal Wegenbestand (NWB). In de BGT worden openbare ruimten als puntobjecten geregistreerd. Door te meten hoeveel van deze labels, die betrekking hebben op NWB-relevante wegen, binnen een marge van 10 meter worden weerspiegeld in het NWB, kan worden vastgesteld of het NWB up-to-date is.
Bij deze analyse wordt uitsluitend gekeken naar actuele en bestaande BGT-labels die wegen aanduiden, zonder planologische objecten. Omdat deze labels punten zijn en geen lijnstukken, is een marge van 10 meter noodzakelijk om een match met het NWB vast te stellen.
Uit de resultaten blijkt dat 97% van de BGT-weglocaties een overeenkomend NWB-wegvak binnen 10 meter heeft. Dit hoge percentage toont aan dat beide registraties grotendeels overeenkomen. De resterende verschillen kunnen duiden op actualiteitsverschillen of afwijkingen in de wijze waarop wegen worden vastgelegd. Door deze systematische vergelijking ontstaat een nauwkeuriger beeld van de kwaliteit van beide registraties, waardoor verbeteringen kunnen worden doorgevoerd en de weergave van de Nederlandse weginfrastructuur verder wordt geoptimaliseerd.

Vervolg: Accuratesse en Routeerbaarheid van het NWB
We hopen dat dit stuk inzicht heeft gegeven wat er bij het NWB op de achtergrond gebeurd en hoe het NWB zijn actualiteit bewaakt en geoptimaliseerd wordt.
Dit artikel biedt slechts een deel van de bredere kwaliteitsmonitoring van het Nationaal Wegenbestand. In komende artikelen zal dieper worden ingaan op andere belangrijke aspecten, zoals de accuratesse en routeerbaarheid van het NWB.