Het Nationaal Wegenbestand (NWB) wordt vanaf 1 april in stand gehouden op basis van drie basisregistraties. De data die uit deze basisregistraties komt, wordt leidend. Dit proces zou het voortaan makkelijker moeten maken voor onder andere gemeenten om het NWB bij te houden. "Door gebruik te maken van de basisregistraties hebben gebruikers een bepaalde zekerheid over de kwaliteit van het NWB", vertelt NWB-programmamanager Eric van der Ster.
De informatie voor het NWB wordt al vanaf de jaren ‘80/’90 op dezelfde manier aangeleverd. Als er een weg bij komt of wijzigt geven wegbeheerders, gemeenten en provincies dat door aan Rijkswaterstaat om de wijziging door te voeren in het NWB. Intussen zijn er ook een aantal wettelijke basisregistraties gekomen waar wegbeheerders data aan moeten leveren binnen een bepaalde tijd. Dit wordt in Nederland bijgehouden in drie basisregistraties, namelijk de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG), Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) en Basisregistratie Topografie (BRT). De informatie uit deze basisregistraties biedt voor het NWB relevante informatie over wanneer en welke wijzigingen er aan een weg zijn geweest. "We willen de data die er al is optimaal gebruiken zodat we de kwaliteit kunnen herleiden", vertelt Van der Ster. "Door de informatie uit de basisregistraties te gebruiken, wordt dat mogelijk. We zien nieuwe wegen bijvoorbeeld sneller. Hulpdiensten gebruiken het NWB ook, maar zij hebben weinig aan zo’n bestand als de kwaliteit onzeker is."
Zekerheid over kwaliteit
Het volgen van de digitale levenscyclus van een weg uit de basisregistraties heeft volgens van der Ster veel voordelen: "Wat de fysieke levenscyclus van een weg is, dus van sloop tot de bouw van een nieuwe weg, daar kan iedereen zich wel wat bij voorstellen, maar hoe het uiteindelijk digitaal wordt verwerkt, dat is nog lastig in te beelden. Door gebruik te maken van de basisregistraties hebben gebruikers een bepaalde zekerheid over de kwaliteit van het NWB. Zo staan in de BAG adressen en gebouwen geregistreerd. Die informatie is heel actueel. Een gemeente moet namelijk binnen wettelijk vastgestelde termijnen melden dat er een nieuw gebouw is bijgekomen. Je weet dan ook zo goed als zeker dat er een weg is aangelegd om bij dat gebouw te komen. De kans is groot dat je die weg ook terug kunt vinden op een satellietfoto van een week oud. Met deze informatie kun je dus de weg vastleggen in het NWB." Een deel van de benodigde informatie is niet uit de basisregistraties te halen, daarvoor blijft het nodig dat wegbeheerders data aan blijven leveren.
Efficiëntere data-uitwisseling
Toch zijn er ook zaken waarin de basisregistraties volgens Van der Ster nog tekortschieten: "In Nederland leggen we heel veel informatie over wegen vast, maar wat we nog niet vastleggen in de basisregistraties, is wat je wel of niet op die wegen mag als weggebruiker. We hebben alleen het NWB - en een landelijk bestand met hoe hard je mag op de wegen - tot onze beschikking. Het mooiste zou zijn als wegbeheerders meer informatie in de basisregistraties kwijt kunnen."
"Wegbeheerders initiëren wijzigingen in wegen, daarmee beschikken de wegbeheerders in feite al over de juiste informatie om een NWB te maken. Een ander punt voor doorontwikkeling is het verhogen van de actualiteit van de basisregistraties zodat ook wegen zijn opgenomen voordat ze opengesteld worden. Zo kunnen alle gebruikers beschikken over actuele wegeninformatie voordat de weg opengaat."
Doordat bepaalde informatie nog niet overzichtelijk beschikbaar is, is er volgens Van der Ster een informeel circuit van uitwisseling ontstaan. "Verschillende overheden en marktpartijen onderhouden ook contacten met gemeenten om deze informatie aan te vragen. Zo zijn er dus bedrijven en overheden die dezelfde gemeenten om dezelfde informatie vragen. Degene die dan de beste vragen stelt, krijgt de beste data. Dat zou nog veel efficiënter kunnen. Vooral ook omdat dit open data is."